bijlage brief begeleidingscommissie OVP.pdf Size : 94.76 Kb Type : pdf |
|
Translate This Page
#OVP een « intensief, geforceerd en kunstmatig » Natura 2000 eco-systeem en openlucht laboratorium ...
... waar het ene diersoort meer waard is en beter behandeld wordt dan het andere.
Zoals bijna jaarlijks het geval, is Nederland ook nu weer in de ban van de grote ellende die er bij de dieren in de OVP plaatsvindt, gebeurtenissen die inmiddels ook het buitenland hebben bereikt. Pamela Anderson, lid van PETA heeft zich nu ook uitgesproken over het probleem en heeft Staatsbosbeheer vriendelijk gevraagd een oplossing te vinden voor de grazers in de Oostvaardersplassen.
Ook wij zijn er inmiddels mee in aanraking gekomen. Niet zo evident. We wonen al een tijd (morgen 2 april al weer 16 jaar) in Frankrijk. Het drama in de Oostvaardersplassen is vaak aan ons voorbijgegaan. Als dier- en natuurbeschermers, van oorsprong ingenieurs (TU Delft en University of Bath), zijn wij hier sinds een 16-tal jaren met een soortgelijk project(je) begonnen onder de naam « Forests From Farms » http://forestsfromfarms.org/ waarbij we een stuk land laten verwilderen ten voordele van de natuur en de biodiversiteit, ook om klimaatverandering te bestrijden. Bovendien zijn we de auteurs van de site https://anti-speciesism.com/ (het niet meer willen discrimineren op basis van diersoort). Vanuit deze drie invalshoeken hieronder onze kanttekeningen bij wat er nu in de Oostvaardersplassen gebeurt.
De OVP zijn van oorsprong een verwaarloosd gebied. Nadat het gebied is gewonnen van de zee heeft men op een paar ingrepen na, het gebied voor een tijd met rust gelaten. Wat bleek ? Het trok veel dieren en vooral vogels aan. In zekere zin is de OVP te vergelijken met ons terrein. Het enige verschil tussen ons land en de OVP is dat de ecologische processen hier natuurlijk kunnen verlopen want er zit geen hek omheen. Wild kan hier van alle kanten binnen komen met het gevolg dat we hier herten, wilde zwijnen, marters, dassen, genetten, vossen, hazen, beverratten en vele vogels hebben, onder andere. (http://forestsfromfarms.org/Blog.php) In de Oostvaardersplassen is dit anders gegaan. In de OVP heeft men die natuurlijke processen willen versnellen oftewel willen « intensiveren ».
Men is gaan ingrijpen. Om te beginnen om een «bepaald landschapsbeeld» terug te krijgen van hoe het er vroeger, in het paleolitische tijdperk, uit zou zien. Europa bestond uit een mozaïk van heuvels/bergen, bossen, weilanden, moerassen/rivieren. De wilde dieren die er leefden waren herten, Aurochs (wilde koeien die zijn uitgestorven), wilde paarden (Equus ferus ferus die nu ook niet meer bestaat), winsenten, zwijnen, vossen, wolven enzovoorts. En verder natuurlijk de vogels, de insecten, muizen, konijnen etc. Ieder dier had zo z'n eigen rol in dit ecosysteem, een ecosysteem dat in evenwicht was met nog minimale invloed v/d mens die er toen leefde.
Op basis van die laatste gedachte, ik zeg het hier even heel simplistisch, er zijn uiteraard vele onderzoeken aan vooraf gegaan, zijn de grazers er, in eerste instantie illegaal, ingebracht. (Beschermde) Vogels waren er in overvloed. Zie 8* De grond was rijk en voedzaam, de combinatie van bos, grasland en moeras is ideaal voor vogels, maar het grasland en de bebossing groeit op den duur dicht. Dat zien we hier op ons land ook gebeuren, als je niet ingrijpt oftewel maait en snoeit (praat me er niet van ). Om het gras kort te kunnen houden werd dus eerst gedacht aan vee, bijvoorbeeld koeien. Maar toen kwam het idee om in de OVP in plaats van gewone koeien, dieren te plaatsen die lijken (maar het niet zijn) op de oorspronkelijke grazers die er ooit zouden hebben geleefd. We veronderstellen dat deze keuze ook is gemaakt om esthetische redenen. De Konik paarden (speciaal gefokt voor hun uiterlijk en weerstand) en de Heck runderen (idem) eten gras/kruiden. De herten zijn er later bij geplaatst, want die eten gras maar ook weer andere soorten groen, struiken en schors van de bomen. Zo voorkom je dat één soort beplanting gaat overheersen.
Het is dus de taak van de grazers om het landschap vorm te geven en open te houden voor oa de ganzen die er komen in de ruiperiode (want dan verliezen ze hun veren en dan kunnen ze dus niet of niet goed vliegen, en blijven op het land en grazen tot de rui voorbij is en ze weer goed in de veren zitten). Samen met de ganzen zorgen de grote grazers er ook voor dat de rieten waterkanten van het moerasgedeelte worden bijgesnoeid voor broedende (water)vogels. Meer hierover bij *** Voor andere zoogdieren, zoals de wilde zwijnen, scheen niet echt een taak te zijn weggelegd in de OVP. Wilde zwijnen zijn uiterst geschikte moerasdieren, maar hebben een grote voorliefde voor eieren en jonge vogels. En bepaalde beschermde vogels zoals de lepelaars broeden niet in bomen maar juist op de grond of in het riet. Dit verklaart dan ook waarom het wilde zwijn dat zich 7 jaar geleden op misterieuze wijze op de OVP gevestigd had, moest worden afgeschoten.
Dus in zekere zin zijn de grazers en herten gewone, ordinaire maai- en snoeimachines. Vooral gezien de manier waarop ze behandeld worden. En ook nog eens lekker gratis, want ze kosten niets. En ze zijn nog mooi ook. Maar ze hebben ook nog andere functies. Het zijn ook mestmachines, want hun uitwerpselen zijn niet alleen nuttig voor de vruchtbaarheid van de grond, de mest trekt ook insecten en wormen aan en die dienen weer als voer voor de vogels (prioriteit n°1 in dit gebied, lijkt het). En hun derde en laatste, meest macabere functie is natuurlijk het dood gaan. De meeste kadavers worden weggehaald, maar die kadavers die blijven liggen zorgen voor voer voor de vosssen, de roofvogels als zee-arenden, de maden etc.
Dit zijn op zich allemaal hele natuurlijk processen. Helemaal niks mis mee zou je zeggen. Maar er zitten een paar problemen aan :
- De dieren zijn hier niet vanzelf teruggekomen in dit gebied. De herten heb je “nog” wel in NL. Dus die zouden het gebied, als het open zou zijn geweest, uit eigen wil zijn binnengegaan. Maar misschien ook weer niet. Dat weten we niet. Of ze willen blijven, weet je pas als je de hekken openmaakt. De Konik paarden (geen echte wilde paarden, maar gewone gedomesticeerde paarden die door geselecteerde fok geworden zijn tot wat ze nu zijn, paarden die wel tegen een stootje kunnen 9*) en de Heck runderen (voor hen geldt hetzelfde, ze zijn resultaat van de gebroeders Heck die koeien zo hebben doorgefokt zodat ze er weer bijna uitzien als de uitgestorven Aurochs) zijn er door de mens ingebracht/geïntroduceerd.
- Kom ik bij het hek. De dieren kunnen niet weg. Het hele terrein is omheind en bepaalde delen van het gebied worden ook nog eens afgesloten om bescherming te bieden aan nieuwe aanplant, bomen, broedvogels oa. Dit betekent nog minder ruimte. Ze zitten op een kluitje, of ze willen of niet. Herten zijn normaal gesproken hele schichtige dieren die in kleine groepjes leven in de bossen. Trouwens het leven van een wild dier wordt vaak hevig geromantiseerd. Vechten om voer, vechten om te kunnen paren. Vechten om te overleven. En dan tot slot ieder jaar weer aan het einde van de winter niet genoeg te eten, met alle gevolgen van dien. Veel te veel doden, veel te veel kadavers die moeten worden weggehaald (is dit natuurlijk ? Nee. Zie * waar dit toe leidt), de vlakte is kaalgevreten, de bomen zijn vernietigd, en volgens sommige rapporten gaat dit alles ook niet ten goede van het vogelbestand, maar daar wordt het liefst publiekelijk niet over gepraat.
- Dan kom ik bij het dierenleed. Door de wetenschappers en zelfs ook de dierenbeschermers in NL wordt de vermagering en de dood gezien als een natuurlijk proces waar je niet in mag ingrijpen omdat het « wilde » dieren zijn. Dit is gezien punt 1/ nog maar de vraag. En zo ook heeft in het arrest van april 2017 het Hof beslist dat « het uitzetten van grote grazers, zoals hier in het verleden het geval is geweest, moet worden beschouwd als menselijke interventie waardoor de grote grazers niet geheel kunnen worden gelijkgesteld met wilde dieren. Het in zijn algemeenheid ten aanzien van dieren in de natuur geldende ‘handen af principe’ is om die reden ten opzichte van de grote grazers naar de mening van het Hof niet gewenst.” Dus ingrijpen moet wel degelijk. Jammer genoeg wordt dat alleen maar gedaan op het allerlaatste moment in hun leven : als het dier lijdt (of gaat lijden) wordt het uit z'n lijden verlost en dood geschoten. (een latere aanvulling hierop zie ****) Voor ieder dier is z'n eigen leven het meeste waard van alles. Wij leven hier dicht bij de natuur. Regelmatig hebben we wilde dieren in nood even een handje geholpen/moeten helpen om weer terug te kunnen naar de natuur om daarna hun leventje nog weer even met een paar maanden, misschien een jaartje te kunnen verlengen (hoop je). De mens maakt meer kapot dan de dieren lief is. Wij denken dat dat het minste is dat je kan doen om onze schade te kunnen compenseren. (#Zie Zoopolis, pagina's 182 tot 187) Maar er zit nog een andere (verborgen) reden achter dit schietbeleid. Namelijk het aantal dieren, gezien ruimtegebrek, niet te hoog te laten oplopen want dan zijn het er de volgende winter nog méér die lijden. De vraag moet gesteld worden : zijn het alleen de zwakke dieren die geschoten worden en hoe ga je dat na? En mag je je permitteren als overheid dieren geboren te laten worden om ze daarna dood te willen schieten ?
- Dus zoals gezegd bestaat het « welzijnsbeleid » van de grazers in de OVP enkel en alleen maar uit de verplichting dat op z'n minst 90 % van de dieren die de voedselschaarste waarschijnlijk niet overleven, moet worden geschoten om zoveel mogelijk het intens « lijden » te verkorten. In het winterseizoen komt dat neer op ongeveer 19 dieren (en waarschijnlijk nog meer schoten) per dag. Wat heeft dat voor effect op de dieren ? Angst, stress, zeker niet bevorderlijk voor hun weerstand die nu toch al zo laag is. En 90 % lijkt veel, maar wat te denken van de resterende 10 % die een langzame dood sterft/verdrinkt/in een hek verstrengeld raakt etc. Wat zou men ervan vinden als je deze 10 % voorwaarde bv doortrekt naar de bio-industrie of onze huisdieren. Kan je zeggen als regel/wet dat bv 90 % van de katten, honden of landbouwhuisdieren niet mogen lijden maar die andere 10 % wel ? Nee dus.
- Dan iets over inteelt : door het hek komen er geen nieuwe dieren bij. Bij de herten hebben we in de monitoringsrapporten van SBB geconstateerd dat in 2010/2011 rond de 3 % van de herten stierf aan ataxie (evenwichtsproblemen). Dit percentage is in 2016/2017 verdubbeld tot 6,5 %. Speelt inteelt hier een rol in ? En wat verwacht men op den lange duur wat de invloed van inteelt is op de conditie van deze dieren, als er nooit nieuw bloed bijkomt ? Of heeft de ataxie een andere oorzaak, zoals slecht voer of grote infectiedruk ? Is dat uitgezocht ?
- Korte levens : de dieren op de Oostvaardersplassen leven niet langer dan een paar jaar. Een paard, een koe, een hert kunnen respectievelijk 25-30, 18-22 en 6-14 jaar oud worden, mits met goede verzorging. Voor dieren die leven in het wild is dat vaak korter. Dat is een feit. Maar heeft « the gift of life » echt wel zo veel waarde als het maar zo kort is en niet eens zo goed gezien de omstandigheden in de OVP ? Je kan het vergelijken met een kuiken, een big, een kalf in de bio-industrie, die als baby's, kleuters al naar de slacht gaan na een verdomd onprettig en kort leventje (sorry boeren, maar zo is het nu éénmaal). Voor ons is dat net zo onaanvaardbaar als wat er nu gebeurt met de paarden, herten en koeien in de OVP.
- Kom ik tot wat ethische kanttekeningen rond de OVP: mag je überhaupt een levend dier « gebruiken/exploiteren » onder de naam/het mom van « wild » , wat ze dus niet echt zijn, om een bepaald doel, namelijk de instandhouding van een bepaalde vogelstand in Nederland te willen garanderen ? Of om de biodiversiteit te verbeteren ? Een biodiversiteit die we ZELF met z'n allen om zeep hebben geholpen in heel veel gebieden van Nederland ? En waarom is die bio-diversiteit nu zo belangrijk geworden voor ons ? Gaat het om ons eigen schuldgevoel ? Of denken we echt aan die laatste dieren in een bepaalde diergroep die we een extra handje willen helpen om te kunnen overleven ? Of gaat het om de esthetiek ? Het kunnen genieten van wilde dieren, vogels, de natuur ? Waarom moeten we nu zo nodig dit oude oorspronkelijke landschap willen herconstrueren, met alle gevolgen van dien? En mag je daar hele groepen dieren (de reeds gestorven dieren meegerekend) voor “gebruiken” zonder écht rekening te houden met hun wezen, hun welzijn ? Is dat nu juist niet egoïstisch ?
- Stel dat je samen afspreekt dat je de grazers wél mag gebruiken als maai- en mest machines en uiteindelijk als kadaver, is het dan juist dat op z'n minst 30 % ieder jaar onnodig sterft ? De 30 % sterfte regel wordt jammergenoeg nu als maatstaaf gebruikt, normaal gevonden, omdat in de Serengetie of de Ngorongoro krater dezelfde sterftecijfers zouden geven. (Meer hierover zie **) Het sterven van dieren als het er te veel zijn is een natuurlijk proces, maar dit vindt niet ieder jaar plaats, zoals dat in de OVP nu wél het geval is. En mag je een open vlakte in Afrika, een héél ander natuurgebied met een héél ander klimaat vergelijken met een afgesloten gebied als de OVP ? Volgens de onderzoekers wel. Onderzoek wordt aangehaald waarin bv 25 % van de Wildebeest sterft als prooi van de leeuw oa, en 75 % sterft door ondervoeding. Als je die 75 % sterfte van ondervoeding doorrekent naar de OVP komt dat neer op 22,5 % jaarlijkse sterfte door ondervoeding (75 % van 30 %). Uitgaande van het feit dat die 30% van de grazers ook sterft aan zwakte (er zijn ook andere oorzaken zoals blessures, geboorteproblemen, uitbraken etc.) is dat dus ietsjes minder dan die 30 %, maar nog steeds te veel volgens ons. Bovendien zijn de sterftecijfers dit jaar wel erg uit de hand gelopen. Volgens SBB is meer dan de helft van de grazers deze winter bezweken.***** Is dit acceptabel ? Zou het juist niet zo moeten zijn dat zo min mogelijk dieren de dupe worden van dit projekt om de biodiversiteit te willen vergroten ? Niet alle dieren verdwijnen in de ecologische cyclus. Een groot deel wordt zelfs vernietigd, ten koste van het milieu en de samenleving (kosten) ? En weer, mag je het ene diersoort opofferen voor het andere ? Als ik het het paard of het hert zou vragen zou hij het daar zeker niet mee eens zijn.
- En dan : mag je het ene paard gebruiken voor de sport, hobby, vlees, en er welzijnsregeltjes voor opstellen waar men zich in principe aan moet houden, maar het andere « het zogenaamde wilde » paard, in wezen precies hetzelfde dier, laten verhongeren, laten lijden, laten sterven in het geval van die 10 % ? Als « anti-speciesists » zeggen wij nee ! Elk dier heeft een intrinsieke waarde, en ieder dier is gelijk en verdient dezelfde regels en zorgen voorzover het het ecosysteem niet schaadt. Zoals de dieren in de bio-industrie zijn de grazers gewoon nutdieren.
- Waarom kan het in andere gebieden wel zonder dit leed en deze hoge sterftecijfers ? Er bevinden zich in NL « natuurgebieden », ook omgeven door hekken, waar ook « wilde » dieren zijn uitgezet en die dieren worden door een andere instelling (een stichting) beheerd onder het motto « Verwilderen mag nooit worden verward met verwaarlozen.” Waarom volgt de overheid niet dit goede voorbeeld? Want wat moet men (en moeten de kinderen) wel denken van een overheid die dit allemaal zo toelaat ? Is dit het signaal dat de overheid wil geven van hoe mensen en kinderen met dieren (alle dieren, dus ook wilde) om kunnen/mogen gaan ?
- Last but not least. Het Oostvaardersplassen projekt is één van de eerste projekten op het gebied van « Rewilding » en het principe wordt onder « Rewilding Europe » gepromoot en ook uitgevoerd in andere landen. (Meer op deze pagina over rewilding en de internationale wetenschappelijke discussie hierover). Is het niet verstandig om van deze slechte ervaringen van Nederland te leren en de andere landen daarvan op de hoogte te stellen om nog meer dierenleed te voorkomen ? En wie gaat dat doen ?
Conclusie
De OVP is te vergelijken met een « intensief ecologisch bedrijf /openlucht laboratorium » ( vergelijkbaar met een intensief veeteeltbedrijf/inderzoeks laboratorium) , waar alles gaat om de instandhouding van bepaalde vogelsoorten (Natura 2000), de biodiversiteit, en waarvoor weer bepaalde andere soorten dieren, de grazers, worden gebruikt die op dit moment met dit beheer worden verwaarloosd onder het etiquette "wild". In zekere zin, zijn het gewoon nutdieren. Dus als je deze dieren gebuikt voor dit nut moeten er betere randvoorwaarden/duidelijkere regels komen om onnodig leed te vermijden en onnodig dieren geboren te laten worden die uiteindelijk na een redelijk zwaar bestaan toch niet overleven/moeten worden afgeschoten om uiteindelijk te worden verbrand. Er moeten dus heel snel maatregelen worden genomen op het gebied van geboortebeperking (zie meer 6*) om nog meer ellende in de toekomst te voorkomen. Aan de dieren die er nu al zijn moet een zo goed mogelijk welzijn worden geboden op basis van de 5 regels voor dierenwelzijn:
- Vrijheid van honger of dorst door gemakkelijke toegang tot zoet water en een regime om volledige gezondheid en vitaliteit te kunnen behouden
- Vrij zijn van ongemakken door een geschikte omgeving te bieden, inclusief onderdak en een comfortabel rustgebied
- Vrij zijn van pijn, letsel of ziekte door preventie of snelle diagnose en behandeling (zonodig euthanasie/afschieten)
- Vrijheid om (het meest) normale gedrag tot uitdrukking te kunnen brengen, door voldoende ruimte, goede voorzieningen en gezelschap van de soort van het dier aan te bieden
- Vrij zijn van angst en stress en de voorwaarden bieden om zo veel mogelijk geestelijk lijden te vermijden
Kan aan deze voorwaarden nu en in het komende jaar niet worden voldaan dan moeten er dus dieren worden weggehaald, zonder ze te willen doden. Men heeft het zover laten komen dat ze in leven zijn, dus heeft men nu ook de verantwoordelijkheid voor een goed einde. Gezien de internationale samenwerking op het gebied van “Rewilding” kunnen er waarschijnlijk velen (in ieder geval de paarden en de runderen) worden overgeplaatst naar andere plekken. De zwaksten/zieken/ouderen moeten een onderkomen krijgen waar ze tot hun dood kunnen worden verzorgd en daarna (alleen in overleg met een dierenarts) geeuthanasieerd. Het gebied moet daarna opengesteld worden naar andere natuurgebieden en daarna zou men de natuur z'n gang moeten kunnen laten gaan.
NB Deze tekst gaat over de grazers. Welk ander dierenleed er in de OVP plaatsvindt weet ik niet. Heb ik (nog) niet uitgezocht. Eén ding dat me wel opgevallen is, is dat een moeras wordt drooggelegd. Dit kan uiteraard niet ten koste gaan van vissenlevens, lijkt ons. Vissen, en dat is al vaker bewezen, lijden net zoveel als zoogdieren/vogels. Met ieder dierenleven moet zorgvuldig worden omgegaan.
1 April 2018
Latere aanvullingen
* De OVP vormen door het hek een gesloten natuurlijk systeem, « zogenaamd » zonder menselijke interventie. Maar ieder jaar worden er grote getalen kadavers van grazers uit dit gesloten systeem verwijderd. Deze lichamen vormen samen een niet-verwaarloosbare biomassa. Door die weg te halen uit deze natuurlijke cyclus en niet te vervangen, heeft dat op den lange duur het onvermijdelijke gevolg dat het land steeds armer wordt in voedingsstoffen/steeds minder vruchtbaar. Zou je de kadavers wel willen laten liggen dan leidt dit waarschijnlijk tot nog meer weerstand en protesten, gezien de toegankelijkheid/het openbaar willen stellen van het gebied aan wandelaars en mensen die willen genieten van deze natuur.
** Het lot van de dieren in de Serengeti wordt vaak vergeleken met het grote aantal sterfgevallen van de grazers in de OVP per jaar. Het zou interessant zijn eens te vergelijken hoe oud de dieren in deze twee verschillende situaties over het algemeen worden. Vooral ook omdat de dieren in de OVP zoals gezegd niet veel ouder worden dan een jaar of 2 à 3. Na een kort onderzoek op het internet komen we erachter dat sommige dieren als gazellen in de Serengeti wel 10 jaar oud kunnen worden.
*** In het rapport Beoordeling van de terugkeerkansen van broedvogels en nietbroedvogels na een successie-terugzettende
beheeringreep in het moerasdeel van de Oostvaardersplassenvan van SOVON wordt heel duidelijk de rol van de grazers beschreven. Ik haal hier alleen even hun conclusie aan: "De invloed van begrazing op plantengroei en de vorming van vegetatie mozaïeken óf grazige vlaktes is in sterke mate afhankelijk van de begrazingsdruk.
Bij intensieve begrazing en overbegrazing kunnen eenvormige vlaktes van korte vegetatie ontstaan,intermediaire begrazingsdruk zorgt echter voor gevarieerde mozaïeken (grazing optimization hypothesis, McNaughton 1979, van der Graaf et
al. 2005). Het streven naar mozaïek-patronen van gesloten rietvlaktes, minder gesloten riet en open water als habitatdoel kan alleen worden verwezenlijkt als de begrazingsdruk door de grote herbivoren beperkt blijft. Het effect van de grote grazers in het moerasdeel, vooral in periodes van voedselschaarste in andere habitats, is van cruciaal belang voor de ontwikkeling van de beoogde vegetatiemozaïeken en daarmee ook voor de terugkeerkansen van vogels in het gebied."
In hun aanbevelingen staat het volgende over de grazers: "Op dit moment zijn de effecten van hertenbegrazing op de rietvlaktes van de Oostvaardersplassen niet wetenschappelijk te voorspellen omdat de dieren nu voornamelijk gebruik maken van het grazige deel van de Oostvaardersplassen. Als de begrazingsdruk van herten op de rietvlaktes in de winter van beperkte omvang blijft, kan de winterbegrazing voor rietvogels positieve invloed hebben omdat er rietvelden met mozaïekpatronen ontstaan.
Overbegrazing van de rietvlaktes in de winter door grote grazers heeft ernstige gevolgen voor het realiseren van de instandhoudingsdoelstellingen (Beemster et al. 2012). Hiervoor is voorafgaand aan de beheeringreep nader onderzoek aanbevolen. Gedacht kan worden aan een modelmatige toetsing van verschillende scenario’s over de invloed van grote herbivoren op de moerasvegetatie. Dit omvat ook het uitwerken van verschillende opties voor het voorkomen van ongewenste ontwikkelingen en een definitie voor de wijze van ingrijpen op het moment dat een duidelijk ongewenste ontwikkeling wordt geconstateerd."
***** De laatste statistieken zijn inmiddels gepubliceerd. Meer dan de helft van de grazers hebben het deze winter niet overleefd. In één woord schandalig en niet te vergelijken met wat er in andere natuurgebieden gebeurt! Zie NOS - artikel en Persbericht SBB
6* Een artikel van prof. dr. B. Colenbrander emeritus hoogleraar aan de faculteit diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht, over geboortebeperking van de grazers wat een mogelijkheid is het aantal grazers niet weer te laten escaleren. Hieronder een video over hoe bij wilde paarden in de USA de merries via een schot worden behandeld met PZP (Porcine Zona Pellucida) een birthcontrol enting die voor meerdere jaren geldt.
7* De Oostvaardersplassen worden onder het Europese programma LIFE, in het project om het Markermeer met de OVP te verbinden, met Europees geld gesteund. De Europese belastingbetaler zal dit project niet willen ondersteunen, als ze weten dat jaarlijks duizenden dieren sterven in dit "experiment" met dieren. Het internationaal bekendmaken van wat er nu in Nederland gebeurt is dus erg belangrijk. Wij doen dit via deze pagina onder deze link
8* zie meer hierover in een artikel van Ir. H.J. Drost gepubliceerd in de beginjaren van de ontwikkeling van de Oostvaardersplassen waarvan ik dit gedeelte graag wil aanhalen: "Deze moerasvogels (o.a. de Grauwe Ganzen, Lepelaars,
Kolgans, Smient, Slobeend, Wintertaling, Kluut, Grutto, Baardmannetje) zijn vrijwel de enige organismen waarvoor de Oostvaardersplassen zo’n grote rol (kunnen) spelen. En om vervolgens de knuppel in het hoenderhok te gooien: voor geen van de inheemse zoogdiersoorten is dat het geval, uitgezonderd misschien de Noordse Woelmuis. Hiermee is niet gezegd
dat onze zoogdiersoorten er ongewenst zijn of niet geïntroduceerd zouden kunnen worden. Ze zijn echter uit het oogpunt van het natuurbehoud van minder groot belang dan de vogels, al zullen veel zoogdiersoorten heel goed passen in het natuurgebied waartoe de Oostvaardersplassen zich uiteindelijk zullen ontwikkelen. ... De biotoopeisen van de belangrijkste moerasvogels
zijn de eerste leidraad bij de ontwikkeling van de Oostvaardersplassen, de wens om deze 'in te bedden’ in een natuurlijk
functionerend ecosysteem is een tweede leidraad.
Maar rond 'natuurlijkheid’ ontstaan problemen. Het is bijvoorbeeld een natuurlijk gegeven, dat zich in moerassen van tijd tot tijd calamiteiten voordoen. Extreem langdurigeoverstromingen en perioden van extreme droogte horen er in moerassen bij. Ze helpen er de grote produktiviteit en rijkdom op de lange termijn te behouden. Op de korte termijn zijn het echter wel degelijk rampen, waarvoor telkens een deel van de (avi)fauna moet uitwijken naar moerasgebieden in de omgeving. En daar doet zich een probleem voor: voor sommige soorten lijkt de omgeving van de Oostvaardersplassen weinig soelaas te bieden. Er is bijvoorbeeld voor de Grauwe Gans geen alternatief ruigebied in de omgeving, mochten de Oostvaardersplassen ooit hun geschiktheid verliezen. Het aantal gebieden in Nederland waar Lepelaars terecht kunnen om te broeden of te vissen, mochten ze in de Oostvaardersplassen niet terecht kunnen, is uiterst beperkt.
Problemen binnen de Oostvaardersplassen afschuiven naar de omgeving, kan vaak niet. Dat geldt bij calamiteiten, maar onder 'normale’ omstandigheden ook voor diersoorten met van nature grote leefgebieden. Zo kunnen de Heckrunderen zich ’s winters niet uit bet laaglandmilieu van de Oostvaardersplassen terugtrekken naar hooggelegen wintergraasgebieden met Bochtige Smele en Struikheide, bijvoorbeeld op de Veluwe. In dit soort situaties met gebrek aan uitwijkmogelijkheden is het schipperen met 'natuurlijkheid’ en wat extra ingrijpen door de mens kan de waarde van het natuurgebied sterk vergroten. De tweedeling van het moeras en het cyclische peilbeheer die Van der Mark noemt, zijn daarvan een voorbeeld. Het bijvoeren van de Heckrunderen met hooi, dat in de meeste winters van de afgelopen tijd nodig is geweest, is een tweede voorbeeld. En verder
Aan de faunistische kant zijn de grote grazers Rund en Paard naar het gebied gebracht. In circa 800 ha van het 1900 ha buitenkaadse gebied betreft dit Heckrunderen en Konikpaarden. Voor de resterende 1100 ha geeft de ontwikkelingsvisie
aan dat het zal gaan om Runderen en Paarden uit de veehouderij, alleen aanwezig in het zomerhalfjaar. Deze introducties
zijn niet (alleen) ingegeven door de eigen natuurbehoudswaarde van de betrokken soorten, maar vooral door hun functie bij het bereiken van de beheersdoelen.
9* Het Konikpaard is een Boerenknol artikel van 2014
Deze tekst staat ook op onze facebook pagina